Veel commentaren binnengekregen over “Een land waarover is nagedacht”. Meest positief, zowel van vakgenoten als van buitenstaanders. De boodschap, dat planning nauw verbonden is met de politiek, komt over. Ter illustratie had iemand in het namenregister de eerste en laatste vermelding opgezocht (goede gewoonte om een boek vooraf te leren kennen, doe ik ook vaak) en hij constateerde dat de lijst begon met de A van Van Aartsen (een minister) en eindigde met de Z van Zwolsman (de beruchte projectontwikkelaar). Zo’n boek kan geen gewoon architectenboek zijn, was zijn conclusie.
Een lange en zeer positieve reactie verscheen op het blog van oud-planbureaudirecteur Wim Derksen. Een mooie recensie die niet louter zakelijk maar ook bij vlagen persoonlijk was. Derksens bijdrage is hier te lezen.
Het boek leverde flinke publiciteit op. Twee landelijke kwaliteitskranten besteedden een dubbelpagina aan een interview met mij, waarbij “Een land waarover…” als aanleiding diende: de Volkskrant op 29 mei (“Nederland is nog lang niet af”) en de NRC op 10 juni (“Er gaat niets boven Houten”). Mooie foto’s, prettig leesbare teksten. Wel legden beide artikelen nogal sterk de nadruk op Vinexwijken. Dat is eenzijdig, maar het blijkt goed te werken om de aandacht te trekken. Hopelijk komen de lezers van NRC en Volkskrant erachter dat het boek over meer gaat dan alleen “de Vinex”!
Op de een of andere manier heb ik de aankondiging van het boek in de NRC gemist, maar gelukkig vond ik het bij boekhandel Kooyker in Leiden. Mijn eigen arbeidzaam leven ligt in dezelfde periode en in een aanpalende beroepssfeer: bouwtechniek gedaan in Delft (1964-1973, dat kon toen nog), gesolliciteerd bij het Rijk maar terechtgekomen in de private sfeer van bouweconomische adviesbureaus (Brink, IGG) en in de marge actief bij NVBK en NEN.
Veel herkenning in het boek, maar ook veel wat ik niet wist, al zag je aan het soort opdrachten waar het zwaartepunt van bouwend Nederland lag (ook nog gewerkt aan Haagse Beemden en met ministerie van VROM). Ik deel uw teleurstelling over de teloorgang van de planologie, als PvdA-kiezer schaam ik me voor de verwaarlozing van dit aspect door mijn partij (over nog wel meer, maar dat terzijde).
Wat ik een tikje onderbelicht vond, is het kostenaspect. Waarom konden we in de jaren 70 wel ruim 100.000 woningen per jaar subsidiëren en wordt het nu vrijwel onmogelijk geacht? Hoeveel zijn woningen duurder geworden als gevolg van steeds nieuwe eisen, nu weer BENG, en waarom worden ze steeds kleiner (of lijkt dat maar zo). Waarom is het zo moeilijk om landbouwgrond (1/3 is genoeg om Nederland te voeden) te claimen voor (woning)bouw? Genoeg stof voor nog een boek?