Grenskoorts

Volwassen worden op de Europese wegen in de jaren 60.

De lezer van Grenskoorts reist met de schrijver mee door een Europa dat er heel anders uitziet dan nu. Het heeft veel en harde grenzen. Controle is overal, en niet alleen aan het IJzeren Gordijn. Er zijn grote verschillen tussen de landen: sommige zijn straatarm, andere onvoorstelbaar rijk.

Grenskoorts

Hoe Europa er voorbij Zundert uitzag

Uitgeverij Athenaeum, 2019

In Zweden hield het verkeer links; bij de grensovergangen werd van rijbaan gewisseld

Volwassen worden op de Europese wegen in de jaren 60

De Britten betalen met thrippens’ en florins, in Zweden houden ze links, de Italiaanse politie rijdt in Alfa Giulia’s en in Griekenland rijden ze schildpadden dood. Welkom in de jaren zestig, als Han Lörzing liftend en met een oude bestelbus Europa ontdekt. Reizen is een vorm van volwassen worden: in het begin verbaast de schrijver zich over de wijde wereld die voorbij Oldenzaal, Vaals en Zundert ligt, maar met de jaren verdwijnt zijn naïviteit en wordt hij een geroutineerd reiziger. Aan het eind is zijn kaart van Europa volgetekend en is zijn rite de passage voorbij.

De lezer van Grenskoorts reist met de schrijver mee door een Europa dat er heel anders uitziet dan nu. Het heeft veel en harde grenzen. Controle is overal, en niet alleen aan het IJzeren Gordijn. Er zijn grote verschillen tussen de landen: sommige zijn straatarm, andere onvoorstelbaar rijk. In de binnenlanden van Europa zijn de leegte en de stilte indrukwekkend en de nachten overweldigend. Snelwegen zijn er nauwelijks: lifters reizen over oude hoofdwegen van de ene kerktoren naar de andere en hebben ruime gelegenheid om landschap en bevolking te leren kennen. Grenskoorts laat vanuit de berm en vanachter het stuur een verdwenen Europa zien.

In de media

Trouw in gesprek met Han Lörzing

Trouw vraagt schrijvers wekelijks naar hun drijfveren achter het schrijven van een boek. Deze keer: Han Lörzing (1946), planoloog en landschapsarchitect.

Nicole Lucas, 23 februari 2019

Grenskoorts
“Een boek over het verdwijnen en deels weer terugkomen van grenzen in Europa de laatste 70 jaar, dat was het plan. Heel zakelijk. Terwijl ik bezig was, merkte ik dat ik soms eigen ervaringen gebruikte om het grotere verhaal toe te lichten. En toen begon het te kantelen. Wat er nu ligt is een persoonlijk verhaal over de reizen die ik als student, tweede helft van de jaren zestig, maakte door Europa. Een Europa met veel grenzen, een Europa dat erg verschilt van het Europa dat we nu kennen.

Stomverbaasd
Ik hield destijds een dagboek bij en heb een goed geheugen, dus de inhoud van het boek was geen probleem. Lastiger was de vorm. Ik wilde er geen ‘opa vertelt’ van maken. Dus koos ik voor de ik-vorm en de tegenwoordige tijd, zodat de lezer meereist met een jongen die stomverbaasd rondkijkt.

Grenzen
Het meest zijn me de grenzen bijgebleven, die het moeilijkst te passeren waren, richting het Oostblok. Ik ben eens met een busje naar de Sovjet-Unie gereisd, dat bij de grens helemaal uit elkaar is geschroefd. Uren waren ze er mee bezig. Ze hebben de boel wel weer netjes in elkaar gezet. Ze wisten precies hoe dat moest.

Verschillen
De verschillen binnen Europa waren groot. Zweden was voor mij onmetelijk rijk, ik wist niet wat ik zag. Portugal was door en door armoedig. Alle landen waren eigenlijk bijzonder, omdat ze altijd weer anders waren dan het vorige waar je doorheen reisde. De ene keer ontmoette je bijzondere mensen, een andere keer was er de overweldigende ervaring van een totaal ander land. Het Oostblok, maar dat heb ik me pas later gerealiseerd, liep nog niet zo achter. Het was minder vrolijk, minder heropgebouwd, minder onder- houden. Overal zag je afbladderende verf, verkruimelende muren, maar zoveel slechter was het ook niet. Dat is pas later gekomen.

Liften
Ik heb in die tijd veel gelift. Het is een geweldige manier van reizen. Je bent meteen in een ander land, hebt ook meteen te maken met een andere taal. Nu spreken ze zelfs in de verst gelegen uithoek wel een mondje Engels, dat was toen zeker niet het geval. Frans, Duits en Engels waren destijds Europa-breed even sterk. Je had ze alle drie nodig. Ik heb weinig nare dingen meegemaakt. Ja, een keer een man in Londen die zijn handen niet thuis kon houden. Maar dat was het wel. Ik heb ook geen akelige verhalen van anderen gehoord. Het was een vrij veilige manier van reizen.

Tegenwoordig is liften verrassend moeilijk. Mensen nemen je minder snel mee. En de snelwegen die overal zijn aangelegd zijn eigenlijk de doodsteek voor het liften. Je wordt ergens op een afrit of bij een wegrestaurant afgezet en dan moet je maar zien hoe je verder komt. Vroeger vertrok en eindigde je bij de kerktoren in het midden van een dorp of stad.

Sluikgrenzen
Nu komen er weer sluikgrenzen in Europa. Officieel moet je zonder controles door het Schengengebied kunnen reizen. Maar in de praktijk worden er manieren verzonnen om toch een oogje op mensen te kunnen houden. Ik vrees dat we eraan moeten wennen.

Charme
Veel wat ik tegenkwam verbaasde me. Ik ontdekte een andere wereld. Helaas is de charme van reizen minder geworden. Zeker in Europa is veel op elkaar gaan lijken. Reizen is meer een manier geworden om bevestiging te vinden van wat je al over een plek hebt gelezen of gezien. En eigenlijk is dat heel pijnlijk.

8weekly - Heimwee in de verte

8WEEKLY is een van de grootste Nederlandstalige cultuurmagazines op het internet. Boeken, film, beeldende kunst, muziek en theater: de redacteuren van 8WEEKLY hebben overal een mening over.

Fenna Kortooms, 30 april 2019

Heimwee in de Verte

Han Lörzing laat in Grenskoorts zien hoe Europa er zo’n vijftig jaar geleden uitzag: enorme verschillen in welvaart en ideologie en vol met harde grenzen. Grenskoorts is (en leest als) een reisverslag dat lang na dato is opgetekend.

Planoloog en landschapsarchitect Han Lörzing (1946) schreef eerder twee boeken, allebei over ‘vroeger’. De Nederlandse geschiedenis wordt hierin vermengd met zijn persoonlijke geschiedenis. Zo ook Grenskoorts, geschreven aan de hand van dagboekaantekeningen die Lörzing optekende toen hij al liftend Europa doorreisde.

Reisdrang
Lörzing beschrijft hoe hij midden jaren zestig bezeten werd door een enorme reisdrang, geïnspireerd door On the road van Jack Kerouac. Zijn kaart van Europa wilde hij helemaal voltekenen: elk land moest bezocht worden. Hij was net student, had geen auto of rijbewijs maar wilde ook niet met de trein reizen. Niet avontuurlijk genoeg. Vliegen was veel te duur en bovendien zou hij dan een toerist worden, en daar gruwelde hij van. Hij was een reiziger en dus ging hij liften.

Hoe meer hoe liever
De kaart moest volgetekend worden dus Lörzing had geen tijd te verliezen. De titel Grenskoorts is erg goed gekozen, want de reisdrang van Lörzing is als een soort koorts die hem niet meer loslaat. Met grote vaart reist hij zo snel en vaak als mogelijk Europa door. Als hij een paar dagen op dezelfde plek blijft hangen is dat uitzonderlijk. Hij moet alsmaar dóór. Dat maakt het lezen van Grenskoorts soms bijna vermoeiend. Je hoopt als lezer oprecht dat Lörzing soms even uit zal rusten in het volgende oord op de kaart. Maar dat is vaak tevergeefs.

Liftersgeluk
Eigenlijk wilde Lörzing een boek schrijven over grenzen in het Europa van vroeger en nu. Uiteindelijk is het een reisverslag geworden. Wel één dat vijftig jaar na dato is opgeschreven. Dat merk je als lezer goed. Je kan door het schrijven heen voelen dat het geen directe ervaringen, maar opgehaalde herinneringen zijn die Lörzing nog altijd helder voor de geest staan. In die zin is het boek eerder een terugblik op de tijd van toen (wat in Lörzings straatje past gezien zijn eerdere boeken) dan een reisverslag. Het is duidelijk dat de oudere versie van de auteur in Grenskoorts samensmelt met zijn jongere versie. Dat doet overigens niks af aan het plezier dat je beleeft als je zijn verhalen leest.

Verhalen van vroeger
Die verhalen zijn soms ronduit spannend, zoals toen Lörzing in Marokko in het donker op een afgelegen plek iemand tegen kwam en op diens uitnodiging voor het avondeten inging. Of toen hij samen met een vriend op de grens van de Sovjet-Unie stond en hun Volkswagen-busje helemaal uit elkaar werd geschroefd. Ook grappig zijn de gedachten die terugkomen. Zoals wanneer de auteur in Spanje is en verbaasd kijkt naar de reclame die ze daar op tv uitzenden. In het Nederland van toen bestond dat nog niet! En wie had er verwacht dat in Marokko DAF bussen uit Eindhoven zouden rondrijden?

Harde grenzen
Wat het meest interessant is, zeker voor jonge lezers, is het feit dat Europa er in de jaren zestig zó anders uitzag. Nu rij je zonder te merken Polen of Slowakije binnen, iets wat destijds ondenkbaar was. Tussen alle landen lagen grenzen, zelfs tussen Nederland en België. Grenzen waar je moest stoppen dus, met douaniers die je spullen doorzochten en je paspoort bekeken. Dat maakte het bezoeken van een ander land meteen tot iets bijzonders en spannends. Elk land had naast zijn eigen grens ook zijn eigen eisen en regels voor bezoekers van buitenaf (bijvoorbeeld over de hoeveelheid geld die uitgegeven moest worden). Maar het meest opvallend is nog wel de grote verschillen tussen de landen op het vlak van bijvoorbeeld welvaart, ideologie maar ook ‘gewonere’ zaken zoals bijvoorbeeld eten.

Nostalgie en blijdschap
Nog niet zo heel lang geleden was een Europees geheel nog lang niet zo vanzelfsprekend als vandaag de dag. Al is het maar de vraag hoe lang dit nog zo zal blijven. Bij het lezen van Grenskoorts kan een zeker gevoel van nostalgie ontstaan, maar tegelijk ook een gevoel van blijdschap, door de grotere mate van vrijheid die we in de tussentijd verkregen hebben. Grenskoorts doet je beseffen dat het Europa zoals we dat nu kennen erg uitzonderlijk is.

Uitgelicht

Citaat:
De volgende ochtend drink ik thee, jazeker, héél zoete thee, met de gevangenen. Op een plastic stoeltje zit een agent op ons te letten.
(uit hoofdstuk 7: Vivan los Paises Bajos!)

Citaat:
De zwoele avondlucht voelt opwindend en avontuurlijk. We scheuren weg bij het café met een stoet van drie overbemeten Amerikanen over brede autowegen die door tunnels, over bruggen en langs bossen naar buiten voeren. Ergens in een buitenwijk, die in het opkomende duister uit niet veel meer dan een sterrenbeeld van verre kleine lichtjes lijkt te bestaan, houdt de optocht stil.
(uit hoofdstuk 4: Hej! Dutchman!)

Pronkstuk van het communisme, gastarbeidersroute en dodenweg: de Joegoslavische Autoput.